In Keraban de stijfhoofdige moet de hoofdpersoon, zoals in veel van Verne‘s romans, een hachelijke reis ondernemen. In dit geval gaat het om de Turkse tabakshandelaar Keraban. Hij wil naar de Zwarte Zee, maar is het niet eens met een nieuwe tol om de Bosporus over te steken. Hij besluit daarom over land te reizen.Tot zijn reisgezelschap behoren ook twee Rotterdammers, die toevallig bij Keraban op bezoek komen voor zaken, en gedwongen mee op reis gaan. Dit is tekenend voor Keraban, die verschrikkelijk koppig is. Zó koppig dus, dat hij bereid is om bijna 4000 kilometer om te reizen zodat hij geen klein bedrag aan tol hoeft te betalen.Geheel in stijl van Verne zit er ook nog tijdsdruk achter de reis. Als ze niet op tijd terugkeren loopt de verloofde van Kerabans neef een aanzienlijke erfenis mis.