Hamburg, 1946. Tijdens een wild feestje op het hoofdkwartier van de geallieerde veiligheidsdienst, gooit luitenant Eddy Sachs een lege fles door een schilderij. De volgende dag verschijnt een zekere majoor Vrieslander. Zijn opdracht: de Rembrandt terug te halen die door de Nazi's uit het Rijksmuseum is ontvreemd. Jaren later, in Zuid-Amerika, kruisen de paden van Eddy Sachs en Vrieslander elkaar opnieuw. Vrieslander is op zoek naar nooit teruggevonden Nazi-goud. Maar wie heeft de sleutel? Hij, of die rare Eddy? Janwillem van de Wetering, gevierd auteur, kreeg de gelegenheid om het 2000ste deel in de reeks 'Zwarte beertjes' te schrijven. Dat werd deze standalone novel over een jacht op Nazi-goud, maar vooral over tragische obsessies en hoe het leven een lachertje maakt van onze slimste plannen. Janwillem van de Wetering (1931-2008) was een Nederlandse schrijver, zakenman en avonturier. Hij woonde achtereenvolgens in Zuid-Afrika, waar hij zich bezighield met vastgoedzaken, in Japan, waar hij anderhalf jaar verbleef in een zen-klooster in Kyoto, en in Londen, waar hij een tijdlang filosofie studeerde. Hij was vertegenwoordiger van chemische producten in Colombia, visnetverkoper in Peru, en nietsnut in Australië. In plaats van zijn militaire dienst ging hij als reservist bij de Nederlandse politie. Hij raakte gecharmeerd van het politieberoep en klom op tot de rang van sergeant en inspecteur. In 1975 verhuisde hij naar Maine en besloot zich full-time aan het schrijven te wijden. In 1984 werd hij bekroond met de Franse Grand prix de littérature policière. Hij is vooral bekend door de boeken van Grijpstra en De Gier.